Toon Tellegen, eerder een dichter

Voor Toon Tellegen is het gedicht een middel om te experimenteren met het menselijke. Dat doet hij op een luchtige, filosofische wijze, beeldend en vertellend, iets wat zijn poëzie -mede door een vrij metrum- eerder doet lijken op proza -een proza, waarin alles mogelijk is.

Zoals het gedicht 'Ik hoorde van iemand dat ik een kamer was', waarin de hoofdpersoon zichzelf beschouwt als een kamer, of in 'De ontdekking', waarin een man de zin van het bestaan ontdekt. Vaak gaat het daarbij om parabels over het menselijke gedrag, met een schokkende, surrealistische en groteske lading.

Antonius Otto Hermannus Tellegen (Den Briel, 1941) studeerde geneeskunde in Utrecht en vestigde zich na een verblijf in Kenia als huisarts in Amsterdam. In 1980 verscheen zijn eerste dichtbundel, 'De zin van een liguster'. Vier jaar later kwam zijn eerste kinderboek, 'Er ging geen dag voorbij' uit. Hoewel hij inmiddels vooral grote bekendheid geniet als kinderboekschrijver, en zijn fabels zowel door kinderen als door volwassenen worden gelezen, beschouwt hij zichzelf eerder als dichter. In poëzie kan hij zijn gevoelens kwijt over angst, vervreemding, verdriet, dood. Daarin kan hij schuldbewust een mug doodslaan, een deur maken om weg te gaan uit het leven, proberen om één minuut niet aan een vrouw denken en noteren dat hij gelukkig is, zodat hij daarnaar kan terugzoeken wanneer hij dat vergeet.

Een appel
In het volgende gedicht, uit de bundel 'Een langzame val' (1991), geeft de dichter het proces van de dood en de gevoelens, die dat kunnen oproepen, weer in de vorm van een wegrottende appel:

(...)
hij rimpelt en verkleurt,
het is een warme dag, niets grijpt om zich heen
en niets gebeurt
en een hand pakt hem op, draait hem rond
en gooit hem door het raam-
als hij zich zou kunnen verbazen zou die appel
zich verbazen en denken:
is dit nu ten einde raad,
of is dit nu de opperste verwarring?
De avond valt, wormen komen op hem af,
en hij zou denken:
als ik nog kon glanzen dan zou ik nu toch glanzen...
zijn laatste gedachte
zou dat zijn.

Toon Tellegen heeft meer dan twintig dichtbundels gepubliceerd, waarvan sommige o.a. in het Engels, Duits en Russisch zijn vertaald. In 1997 en in 2007 ontving hij respectievelijk de Theo Thijssenprijs en de Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre, en in 2012 de Popescu Prize voor 'Raptors', de Engelse vertaling van de bundel 'Raafvogels' (2006). In 2015 werd 'De Werkelijkheid' genomineerd voor de VSB Poëzie Prijs.

Daarnaast schreef Tellegen toneelstukken, waaronder in 2007 'Leven met een onbekende'. In juni 2011 ging de opera 'The Cricket Recovers' van Richard Ayers in premiere, waarvan het libretto is gebaseerd op Tellegen's 'De genezing van de krekel' (1999). Het Asko-Schönberg-ensemble voerde deze opera op het Holland Festival uit, samen met VocaalLAB Nederland. 'De genezing van de krekel' werd in 2000 in België bekroond met de Gouden Uil.